Specifieke informatie
Met deze onderwatertunnel werd een wegverbinding gerealiseerd in het zuidoosten van Zuid-Korea, tussen de stad Busan en het eiland Geoje. De 2×2-baans onderwatertunnel is een van de langste en diepste ter wereld en werd onder zeewater omstandigheden afgezonken. Deze zeewateromstandigheden leidden tot verschillende innovatieve oplossingen voor dit project.
De tunnelelementen werden gebouwd in een tijdelijk prefab-terrein, ongeveer 40 km van de afzinklocatie. Nadat het dok was volgelopen, werden de tunnelelementen één voor één drijvend gemaakt en naar een nabijgelegen tijdelijke afmeerlocatie getransporteerd. Hier konden de elementen worden opgeslagen in afwachting van gunstige golf- en weersomstandigheden. Het afzinken gebeurde met behulp van catamaranpontons en kon, vanwege weersbeperkingen, alleen plaatsvinden van oktober tot mei. De tunnelelementen werden gefundeerd op een grindbed.
Aangezien de tunnelelementen zeer gevoelig waren voor stromingen en golven, werd de afzinkoperatie op schaal getest in een maritiem laboratorium. Daarnaast werd een golvenvoorspellingssysteem opgezet om te controleren of de zeewateromstandigheden binnen de grenzen vielen voor alle fasen, van het transport tot het plaatsen van een vast tunnelelement op de zeebodem. Andere innovatieve oplossingen die specifiek voor dit project werden ontwikkeld, zijn:
- Extern Positioneringssysteem (EPS): Met het EPS kon het tunnelelement op 1 meter afstand van het vorige element worden geplaatst en vervolgens naar voren worden geschoven voor de definitieve aansluiting, waardoor grote bewegingen tijdens het verbinden werden geëlimineerd. Het EPS was ook uitgerust met een uitlijningssysteem (kwispel).
- Survey-systeem: Door de grote diepte en de afstand tot de kust kon een traditioneel meetsysteem niet worden gebruikt. Voor dit project werd een gecombineerd systeem ontwikkeld dat gebruik maakte van GPS, een gespannen draad (Tautwire), een USBL-systeem en afstandssensoren, waarmee een toenemende nauwkeurigheid werd bereikt van de transportfase tot de aansluiting van de tunnelelementen.
- Centrale bediening: Aangezien er in dit project geen toegangsschacht werd gebruikt, werd alle apparatuur binnen het tunnelelement op afstand bediend en gecontroleerd vanuit een commando-unit op een van de pontons. Alle lieren werden ook vanuit de commando-unit bediend.
- Duikerklok met eigen voortstuwing: Als er problemen zouden ontstaan binnen het tunnelelement, kon een duikerklok met eigen voortstuwing worden gebruikt om het element te betreden.